Categorie archief: Algemeen

Eindejaar tips – 2017

In deze tips is zo veel mogelijk rekening gehouden met de plannen van het kabinet voor volgend jaar. Een aantal van deze plannen zijn echter nog niet definitief, omdat ze nog door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden goedgekeurd. Daarnaast wordt ingegaan op de fiscale maatregelen, zoals aangekondigd in het Regeerakkoord van het Kabinet Rutte III. Ook deze plannen zijn nog niet goedgekeurd !

Einde jaar tips – 2017 Download

Wet ter voorkoming van Witwassen en het Financieren van Terrorisme (WWFT)

Vorige week een interessant lezing bijgewoond bij Koeleman Accountants door mr. L de Haan van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) over de WWFT
WWFT staat voor de Wet ter voorkoming van Witwassen en het Financieren van Terrorisme. Hierbij werd een nadere uiteenzetting gegeven over het toezicht  door het BFT op de naleving van de verplichtingen uit hoofde van de WWFT.

In de praktijk is namelijk gebleken dat accountants en administratiekantoren moeite hebben om hier op de juiste wijze mee om te gaan. Naast een theoretisch uiteenzetting werd een behoorlijk deel  van de lezing aangewend met praktijkvoorbeelden.

Je hebt dus blijkbaar als Administratiekantoor ook een meldingsplicht indien je een z.g. ongebruikelijke transactie waarneemt. Doe je dat niet dan riskeer je een boete.
Loonbelastingfraude, te hoge kassaldo’s, contante leningen, contante transacties
(> € 25.000,–) contante stortingen enz.

Het BFT houdt met name door het doen van onderzoeken, toezicht op het werk van notarissen, gerechtsdeurwaarders en enkele WWFT-plichtige beroepsgroepen, zoals accountants en administratiekantoren.

Als toezichthouder draagt het BFT bij aan de rechtszekerheid en de integriteit van het financiële stelsel in Nederland. Het BFT valt onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De toezichthouders bij het BFT zijn juristen en accountants.

Notarissen
Het BFT houdt op grond van de Wet op het notarisambt toezicht op de financiën van een notaris en op de kwaliteit en integriteit van notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen. Het BFT controleert bijvoorbeeld of de gelden van cliënten die aan een notaris zijn toevertrouwd, op een juiste wijze worden bewaard. Daarnaast controleert het BFT de financiële administratie van een notaris. Ook houdt het BFT toezicht op de kwaliteit van de werkzaamheden en op de integriteit van de notaris, toegevoegd notaris en kandidaat-notaris.

Gerechtsdeurwaarders
Het BFT houdt op grond van de Gerechtsdeurwaarderswet toezicht op het beheer van gelden die een gerechtsdeurwaarder van debiteuren heeft ontvangen. Daarnaast controleert het BFT de financiële administratie van een gerechtsdeurwaarder.

WWFT-plichtigen
Tot slot ziet het BFT toe op de naleving van de WWFT onder meer bij de vrije beroepsbeoefenaren (kandidaat-) notarissen, advocaten, belastingadviseurs en openbare accountants. De wet verplicht genoemde vrije beroepsbeoefenaren onder meer om op juiste wijze hun cliënten te identificeren. Het BFT controleert of dat goed gebeurt.

De toezichthouders van het BFT bezoeken notarissen, gerechtsdeurwaarders en WWFT-plichtigen afhankelijk van geconstateerde risico’s in de uitoefening van hun werk. Een toezichthouder gaat op grond daarvan een gesprek aan met de professional en controleert bijvoorbeeld interne procedures en dossiers.

Het BFT treedt waar nodig op als een partij zich niet aan de voor zijn beroep geldende wetten en regels houdt. Daartoe kan het BFT bijvoorbeeld een boete of dwangsom opleggen of een klacht indienen bij de bevoegde tuchtrechter.

Werkwijze
Het BFT is aangewezen  als één van toezichthouder op de naleving van de bepalingen ingevolge de anti-witwasregelgeving in Nederland: de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT) (voorheen de Wet identificatie bij dienstverlening (Wid) en Wet Melding ongebruikelijke transacties (Wet Mot)). Het BFT is belast met het toezicht op (kandidaat-) notarissen en toegevoegd notarissen, belastingadviseurs, registeraccountants, accountants-administratieconsulenten, dan wel degene die anderszins zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig daarmee vergelijkbare activiteiten verricht, zoals administratiekantoren, belastingadviseurs en bedrijfseconomische adviseurs.

Het toezicht van het BFT is gebaseerd op een driesporenbeleid:

  • het verhogen van de bewustwording rond wet- en regelgeving, (witwas-)risico’s en het belang van terrorisme- en witwasbestrijding (middels artikelen en presentaties);
  • de naleving van wet- en regelgeving bevorderen via beroepsorganisaties en –verenigingen al dan niet via peer-reviews (intercollegiale toetsing);
  • door middel van eigen reguliere en risicogerichte onderzoeken de naleving van wet- en  regelgeving door bovengenoemde professionals te toetsen

Toetsingskader
Voor het uitoefenen van het toezicht is het nodig dat het toetsingskader helder is. Het BFT is toezichthouder. De normen voor het toetsingskader worden met name bepaald door de wet- en regelgevers en de tuchtrechter.

De WWFT is naast algemene verplichtingen gebaseerd op twee belangrijke pijlers, namelijk: het cliëntenonderzoek en de meldingsplicht. Het begrip cliëntenonderzoek is ruimer dan het louter identificeren van de cliënt. Het gaat met name om:

  • Verificatie van de identiteitsgegevens van de cliënt;
  • Indien van toepassing, identificatie en verificatie van de uiteindelijk belanghebbende of UBO (‘ultimate beneficial owner’);
  • In kaart brengen van  de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt;
  • Vastlegging van risicobeleid, risicoprofielen, cliëntenacceptatie bij PEP’s;
  • Personeel moet op de hoogte zijn van wet- en regelgeving en inzicht verwerven in het herkennen van ongebruikelijke transacties;
  • (Voortdurende) monitoring van de zakelijke relatie gericht op het risicoprofiel van de cliënt en in voorkomend geval onderzoek naar de bron van het vermogen.

Het cliëntenonderzoek kan worden afgestemd op het risico dat een bepaalde cliënt, zakelijke relatie, product of transactie met zich meebrengt. Dit betekent in de praktijk meer aandacht voor situaties waarbij sprake is van een hoger risico op witwassen en/of terrorismefinanciering. In zogenaamde laag risico situaties – cliënt is bijvoorbeeld een beursgenoteerde onderneming of een 100% dochtermaatschappij daarvan – kan een vereenvoudigd cliëntenonderzoek plaatsvinden. In situaties die een hoog/hoger risico vormen, zoals bijvoorbeeld een PEP-cliënt of wanneer een cliënt fysiek niet aanwezig is voor identificatie, is verscherpt cliëntenonderzoek verplicht.

Van belang is verder dat onder het regime van de WWFT de onder toezicht gestelde instelling verplicht is tot het ontwikkelen van interne procedures en controles ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme alsmede zorg te dragen voor een adequate opleiding van haar werknemers.

Is het nodig om een zakelijke bankrekening af te sluiten ?

Een privérekening is tenslotte gratis. De bankrekening(en) die je gebruikt voor je bedrijf kunnen beter zakelijke rekening(en) zijn. Over het algemeen is een betaalde zakelijke rekening goedkoper dan een gratis privérekening. Wat zijn nu belangrijke redenen en afwegingen om toch een zakelijke rekening te openen:

Veel banken verbieden zakelijk gebruik van een privérekening
Dit staat in hun voorwaarden. Logisch ook, een privérekening is gratis. Het is niet de bedoeling dat je bovenop je privétransacties ook zakelijke transacties heen laat lopen. Als je zakelijk gebruik maakt van de betreffende bank, moet je meestal gewoon een zakelijke rekening openen waar je naast de maandelijkse kosten ook betaalt per transactie. Sommige banken staan zakelijk gebruik van een privérekening overigens wel toe.

Het geeft inzicht
Het hebben van een zakelijke bankrekening is fiscaal gezien niet verplicht. Maar de fiscus stelt wel als eis dat je boekhouding overzichtelijk en controleerbaar moet zijn. Wanneer je zakelijke- en privétransacties over één rekening laat lopen, dan raak je het spoor al snel (volledig) bijster. Je hebt dan totaal geen inzicht en overzicht meer en het kost je uiteindelijk veel tijd en dus geld om de boel weer uit te zoeken. Als je dit klusje overlaat aan je boekhouder kan het behoorlijk in de papieren lopen, want het uitzoeken van soms vele duizenden transacties kost veel tijd. Soms zeggen ondernemers dan: Ja, maar dan open ik toch een extra privérekening ? In theorie kan dat, maar ook dat pakt vaak duurder uit.
Als je bedrijf heel klein is, dan kun je er in theorie soms voor kiezen om je zakelijke transacties over je privé rekening te laten lopen, maar meestal start je een bedrijf met de intentie om er een zakelijk succes van te maken. Het aantal transacties neemt dan al snel toe. Omdat het hebben van een zakelijke rekening nu ook weer geen vermogen kost kan je beter gelijk goed te starten.

Een zakelijke bankrekening kun je koppelen aan je boekhoudprogramma
Dankzij een koppeling tussen je boekhouding en de bank, worden alle banktransacties dagelijks automatisch naar je boekhouding gestuurd. Daarmee voorkom je dat alle banktransacties stuk voor stuk overgetypt moeten worden in je boekhouding. Dat bespaart heel veel tijd en geld. Omdat boekhoudprogramma’s steeds moderner worden, worden transacties soms al automatisch herkend. Dat bespaart dus nog meer tijd en geld. Niet alle banken kunnen overigens met alle boekhoudprogramma’s gekoppeld worden. Dus wel even checken van te voren.

Een zakelijke bankrekening biedt heel veel belangrijke extra mogelijkheden
Als je werkt met een online winkelwagen, je wilt automatisch incasseren, je hebt een zakelijke creditcard nodig, je wilt lening afsluiten of je wilt klanten de mogelijkheid bieden om te pinnen; dan heb je een zakelijke rekening nodig. Al deze opties helpen je om je bedrijf verder te automatiseren, zodat je met meer gemak inkomen genereert.

Het staat professioneel om een bankrekening op naam van je bedrijf te hebben
Het oogt tot slot professioneler om een rekening op naam van je bedrijf te hebben. Klanten kunnen de factuur dan betalen aan het bedrijf en niet aan jou privé.

Wat zijn de regels rondom het nulurencontract?

Wanneer geef ik mijn personeel een nulurencontract?

Een medewerker in dienst nemen, zonder dat je een uren-afspraak met hem maakt. Dat kan met het nulurencontract. Wat houdt deze contractsoort precies in?

Nulurenovereenkomst (oproepovereenkomst)
In een nulurenovereenkomst spreek je af dat je werknemer alleen werkt als jij hem oproept of inroostert. Je werknemer heeft dus geen gegarandeerd loon. Er is geen (minimum) arbeidsduur, de werktijd kan in principe variëren van 0 tot 40 uur per week.

Voor een nulurenovereenkomst geldt:

  • De werknemer moet aan het werk als je hem oproept.
  • Je betaalt alleen loon voor daadwerkelijk gewerkte uren, met een minimum van drie uur. Als je een kracht voor maar één uur nodig hebt, moet je toch drie uur betalen.
  • Je kunt een werknemer na drie maanden niet ineens veel minder uren oproepen en uitbetalen als hij daar niet mee instemt. Een werknemer die regelmatig wordt opgeroepen, kan namelijk na drie maanden volgens de wet een beroep doen op een ‘rechtsvermoeden’ over de omvang van de arbeid en een arbeidsovereenkomst claimen van de gemiddelde arbeidsomvang van de afgelopen drie maanden. Kun je dat niet weerleggen, dan ben je verplicht het salaris te betalen over de gemiddelde arbeidsomvang van de afgelopen drie maanden.
  • Een nulurenovereenkomst kan voor bepaalde of onbepaalde tijd zijn.

Ontslag, verlof en ziekte

Je kunt een werknemer met een nulurencontract weliswaar per opdracht inzetten, maar het is geen zelfstandige. Ook als je ze niet inzet, blijven deze werknemers bij je in dienst. Als je iemand niet meer nodig hebt, zul je deze persoon actief moeten ontslaan. Niet meer inroosteren heeft geen effect op het contract.

  • De status als werknemer zorgt er ook voor dat hij beschermd is tegen een verlies van inkomen bij ziekte.
  • Een werknemer die ziek wordt terwijl hij is ingeroosterd of wordt opgeroepen, heeft recht op minimaal 70 procent van het loon voor de afgesproken periode.
  • Je werknemer heeft recht op een vakantietoeslag van 8 procent van het bruto salaris. Meestal wordt dit direct in het loon verwerkt.
  • Je werknemer heeft naar rato van het aantal gewerkte dagen recht op betaalde vakantiedagen. In de praktijk betalen ondernemers bij een nulurenovereenkomst de vakantiedagen direct uit, verwerkt in het loon.

Regelgeving tijdelijke arbeidscontracten

Verder is in de regelgeving over tijdelijke arbeidscontracten relevant. Dit geldt voor alle tijdelijke arbeidscontracten, dus niet alleen voor nulurencontracten. Een tijdelijk contract gaat automatisch over in een vast dienstverband in de volgende situaties:

  • Na drie tijdelijke arbeidscontracten die telkens direct of binnen zes maanden na elkaar zijn afgesloten, is het vierde arbeidscontract automatisch een vast dienstverband.
  • Als tijdens het tweede of volgende contract de duur van 24 maanden wordt overschreden, verandert dit tijdelijke contract automatisch in een vast dienstverband. De periode tussen contracten mag maximaal zes maanden zijn.

Let op! Sinds 1 juli 2015 is deze ketenregling 24 maanden (in plaats van 36 maanden en zes maanden tussenpozen in plaats van drie maanden) door aanpassingen in het kader van de Wet Werk en Zekerheid, en per 1 januari gelden nog een aantal nieuwe regels voor tijdelijke contracten, die dus ook gelden voor nulurencontracten.

Coulancetermijn bij uitfasering pensioen in eigen beheer

Algemeen

Op 7 maart 2017 is het wetsvoorstel Uitfasering pensioen in eigen beheer aangenomen door de Eerste Kamer. 
Door deze wet is het vanaf 1 april 2017 voor een directeur-grootaandeelhouder (DGA) niet langer mogelijk om een fiscaal gunstig pensioen in eigen beheer op te bouwen. De wet biedt de mogelijkheid aan DGA’s om het opgebouwde pensioen af te stempelen en de aanspraak daarna af te kopen tegen fiscaal gunstige voorwaarden, ofwel om te zetten in een oudedagsvoorziening.

 De staatssecretaris van Financiën heeft een coulancetermijn in het leven geroepen waarbinnen DGA’s en het pensioenlichaam de tijd krijgen om voor 1 juli 2017 een aantal handelingen te verrichten om aan de wet te voldoen.

DGA moet in actie komen voor 1 juli 2017!

  1. Het in eigen beheer opgebouwde pensioen moet worden stopgezet en premievrij worden gemaakt.
  2. Het elders verzekerde deel van het opgebouwde pensioen desgewenst terughalen naar het eigenbeheerlichaam.
  3. De BV die de pensioentoezegging heeft gedaan, moet een vergadering van aandeelhouders houden waarin wordt besloten de pensioenopbouw in eigen beheer uiterlijk op 30 juni 2017 stop te zetten en waarin voorts wordt besloten tot aanpassing van de pensioenbrief waarin de pensioenaanspraken van de DGA zijn opgenomen. 
  4. De pensioenbrief aanpassen.

 Indien men deze handelingen niet uiterlijk op 30 juni 2017 heeft verricht zal dit alsnog leiden tot toepassing van artikel 19b van de wet Loonbelasting.

 Bij afkoop betekent dat een volledige belastbaarheid van de commerciële waarde van de tot dusver opgebouwde pensioenaanspraken (max. 52% inkomstenbelasting plus 20% revisierente).

 Als de DGA besluit tot afstempeling en afkoop of omzetting in 2017/2018/2019:
wat moet worden geregeld?

Afwaarderen van aanspraak
Om recht te hebben op de hoge korting van 34,5% op het te belasten bedrag in geval van afstempeling gevolgd door afkoop, moet uiterlijk op 31 december 2017 de afstempeling en afkoop hebben plaatsgevonden en voor 31 januari 2018 de vereiste informatie digitaal aan de Belastingdienst zijn verstrekt met toestemming van de (gewezen) partner(s).

 Voor het recht op de korting van 25% dient dit te zijn geëffectueerd op 31 december 2018 en voor het recht op de korting van 19,5% op 31 december 2019.

Afspraken maken met gewezen partner
De (gewezen) partner(s) en de (gewezen) DGA moeten afspraken maken over de financiële gevolgen van en de compensatie voor de afstempeling en afkoop dan wel omzetting welke afspraken ook gelden indien nadien de partners van elkaar willen scheiden. Dit is de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen en hun adviseurs.

 Aanleveren van informatie aan Belastingdienst
Uiterlijk binnen een maand na de datum van afstempeling en afkoop of omzetting van de afgestempelde pensioenaanspraken moet de in het art. 12c Uitvoeringsbesluit LB gevraagde informatie aan de Belastingdienst zijn verstrekt. Deze informatie mag alleen worden verstrekt door het invullen van een op de website van de Belastingdienst beschikbaar gesteld formulier. Dit formulier moet ook door elke (gewezen) partner van de (gewezen) DGA worden ondertekend. Tevens moet in het formulier worden aangegeven of er voor het geval van echtscheiding een afspraak is gemaakt met de (gewezen) partner over de verdeling van de aanspraken op de oudedagsverplichting indien de pensioenaanspraken na afstempeling daarin zijn omgezet.

Belasting over vermogen vanaf 2017

De regels voor het belasting van vermogen veranderen nogal vanaf 1 januari 2017. Tot en met 2016 rekende de Belastingdienst 4% rendement over uw belast vermogen. Het belast vermogen is het totaal van uw spaargeld/beleggingen minus eventuele schulden en verminderd met het heffingsvrij vermogen. Het rendement wordt voordeel uit sparen en beleggen genoemd. Over dat voordeel is 30% inkomstenbelasting verschuldigd.

Hoe wordt de berekening vanaf 2017?
Vanaf 2017 gaat de Belastingdienst uw vermogen via drie schijven belasten. De overheid gaat ervan uit dat u meer voordeel hebt naarmate uw grondslag sparen en beleggen hoger is. Bijvoorbeeld omdat u beleggingen hebt. Bij iedere volgende schijf gebruikt de Belastingdienst daarom een hoger percentage om uw voordeel te berekenen. Over dit voordeel betaalt u 30% inkomstenbelasting.

Schijf Grondslag Percentage 1,63 Percentage 5,5
1 t/m € 75.000 67% 33%
2 € 75.000 t/m € 975.000 21% 79%
3 Vanaf € 975.001 0% 100%

Het heffingsvrij vermogen is in 2017 €25.000,- per persoon.

Hoe werken deze schijven nu?
De Belastingdienst maakt onderscheid tussen vermogen met een laag rendement en een hoog rendement. Daarom wordt uw vermogen gesplitst in twee delen. 67% wordt als ‘spaardeel’ gezien, waarvoor een fictief rendement van 1,63% geldt. De andere 33% wordt als ‘beleggingsdeel’ gezien, dat fictief 5,5% opbrengst heeft. Komt het vermogen boven €75.000, dan is het spaardeel 21% en het beleggingsdeel 79%. Boven €975.000,- wordt het vermogen geheel als beleggingsdeel beschouwd.

Wat betekent dat voor u?
In het algemeen is de wijziging gunstig voor kleine spaarders. Zij gaan minder belasting over hun vermogen betalen. Mensen met een groter vermogen gaan juist meer betalen.

Voorbeeld 1

U bent alleenstaand en hebt €70.000,- spaargeld en/of beleggingen.

Belasting in 2016:

  • Vermogen: €70.000,-
  • Heffingsvrij vermogen: €24.437,-
  • Belast vermogen: €45.563,-
  • Fictief rendement 4% van €45.563 = €1.822,-
  • Inkomstenbelasting: 30% van €1.822 = €546,-

Belasting in 2017:

  • Vermogen: €70.000
  • Heffingsvrij vermogen: €25.000
  • Belast vermogen: €45.000
  • ‘spaardeel’ is 67% van €45.000 = €30.150
  • Fictief rendement: 1,63% van €30.150 = €491,-
  • ‘beleggingsdeel’ is 33% van €45.000 = €14.850
  • Fictief rendement: 5,5% van €14.850 = €816,-
  • Voordeel uit sparen en beleggen: €1.307,-
  • Inkomstenbelasting: 30% van €1.307 = €392,-

Voorbeeld 2

U hebt een fiscaal partner en u hebt gezamenlijk €70.000,- spaargeld en/of beleggingen.

Belasting in 2016:

  • Vermogen: €70.000,-
  • Heffingsvrij vermogen: €48.874,-
  • Belast vermogen €21.126,-
  • Fictief rendement 4% van €21.126 = €845,-
  • Inkomstenbelasting: 30% van €845,- = €253,-

Belasting in 2017:

  • Vermogen: €70.000
  • Heffingsvrij vermogen €50.000
  • Belast vermogen: €20.000
  • ‘spaardeel’ is 67% van € 20.000 = €13.400
  • Fictief rendement: 1,63% van €13.400 = €218,-
  • ‘beleggingsdeel’ is 33% van €20.000 = €6.600
  • Fictief rendement: 5,5% van € 6.600 = €363,-
  • Voordeel uit sparen en beleggen: €581,-
  • Inkomstenbelasting: 30% van € 581 = €174,-

‘Music in Life’ voor iedereen die van klassieke muziek houdt !

logoMusicMusic in Life  –  Passie voor Klassiek! is een bedrijfje dat zich 3 jaar geleden in Laren vestigde en zich richt op het toegankelijk maken van en mensen te interesseren voor de wereld van klassieke muziek. De organisatie is in handen van Joop van Velzen, universitair afgestudeerd in de biologie/botanie én tevens in de muziekgeschiedenis. Joop concentreert zich op het ontwikkelen en geven van cursussen over allerlei onderwerpen uit de wereld van de klassieke muziek.

Zijn ruime aanbod van kortere en langere series van lessen levert een brede variëteit op van thema’s: van de Egyptische, Griekse en Romeinse cultuur, via de Middeleeuwen en Renaissance, de Barok en via de Romantiek tot in de ‘moderne’ klassieke muziek van de 20ste en 21ste eeuw! Behalve deze algemene geschiedenis van de klassieke muziek, geeft hij tevens cursussen over specifieke onderwerpen daarbinnen, zoals de opera, de symfonie, de kamermuziek en de liedkunst. Breed is tevens zijn aanbod aan tal van thematische programma’s, zoals o.a. de ‘Matthäus Passion’, ‘Poëzie en klassieke muziek’, ‘Vrouwelijke componisten’, Johann Sebastian Bach’, ‘Frans impressionisme in de klassieke muziek’. Daarnaast behandelt Joop  tal van onderwerpen, speciaal ter voorbereiding op religieuze feestdagen (Kerstmis, Pasen en Pinksteren), dan wel die aansluiten bij actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen binnen de (inter)nationale wereld van de klassieke muziek. Zelfs aandacht voor klassieke muziek, ter voorbereiding van een verblijf op een gekozen vakantiebestemming, levert verrassende bijeenkomsten op, zoals bijvoorbeeld ‘Italiaanse opera’s in arena’s en theaters’, Scandinavische klassieke klanken’, ‘Klassieke muziek uit Oost-Europa en de Balkan’ en ‘Spaanse en Portugese klassieke muziek’!

Een klein bedrijfje, maar breed in het aanbod van tal van activiteiten om klassieke muziek nadrukkelijk(er) onder de aandacht van geïnteresseerden te krijgen en te houden! En in de eerste jaren van z’n bestaan kan een dergelijke organisatie welkome hulp gebruiken van een bedrijf, zoals G & S Financial Services. Hulp bij het doen van de BTW-aangiftes en de klant met goede raad bijstaan bij allerlei fiscale en financiële vraagstukken, zijn alvast twee terreinen waar ‘Music in Life’ op een bijzonder professionele wijze door
G & S Financial Services  mee ondersteund wordt. De persoonlijke wijze waarop Gertjan Spakman zijn diensten aanbiedt, uitvoert en daarbij de gewekte verwachtingen meer dan waarmaakt, betekent puur ‘toegevoegde waarde’! Zonder enige terughoudendheid een aan te bevelen ‘partner in business’ voor menig ZZP’er en MKB-organisatie!

Vakantiebrochure Music in Life 2016 Download

Curator gaat vaker over tot aansprakelijk stellen van bestuurders.

stropBestuurdersaansprakelijkheid een toenemend risico.

Wat voor een ontwikkelingen zien we in de markt

Bestuurdersaansprakelijkheid was jarenlang voor velen een onbekend fenomeen. De afgelopen jaren zien we echter een toenemend aantal claims. Bij faillissementen gaat de curator vaker over tot het aansprakelijk stellen van bestuurders. Een claim die het privévermogen van een bestuurder kan aantasten. Een andere ontwikkeling die  waarschijnlijk gaat spelen is dat er wettelijke bepalingen komen waardoor bestuurders van verenigingen  en niet commerciële stichtingen  persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. Dat is nu nog niet in de wet geregeld.

Wanneer speelt aansprakelijkheid bij bedrijven en organisaties

We maken onderscheid tussen interne en externe bestuurdersaansprakelijkheid.

Bij interne aansprakelijkheid is de bestuurder persoonlijk aansprakelijk ten opzichte van de rechtspersoon. Indien een bestuurder zijn taak onbehoorlijk vervult is hij jegens de rechtspersoon zelf aansprakelijk. Denk bijvoorbeeld aan het niet afsluiten van voor het bedrijf noodzakelijke verzekeringen, het niet tijdig deponeren van de jaarrekening, boekhouding niet op orde of het aanwenden van financiële middelen voor privédoeleinden. In het geval van externe aansprakelijkheid stelt een derde (meestal een crediteur van de vennootschap) een bestuurder persoonlijk aansprakelijk voor de geleden schade. Denk hierbij aan het aangaan van financiële verplichtingen met leveranciers, terwijl de bestuurder bij voorbaat weet dat de organisatie deze verplichtingen niet kan nakomen.

Hoe kunnen bedrijven en organisaties risico’s rondom aansprakelijkheid beheersen

Door de toenemende bereidheid om bestuurders persoonlijk aansprakelijk te stellen en meer aandacht in de media moeten bedrijven, verenigingen en stichtingen zich gaan wapenen. Bijvoorbeeld door accuraat contract- en creditmanagement en het afsluiten van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering met de juiste dekkingen voor zowel bestuurders als commissarissen. Ook als een claim niet wordt toegewezen, brengt dat toch de nodige verweerkosten met zich mee en mogelijke ook reputatieschade. Het afsluiten van een adequate verzekering is daarom tegenwoordig geen overbodige luxe.

Gaan de seniorendagen op de helling ?

ouder

Om de hoge werkloosheid onder ouderen tegen te gaan, moet worden gesneden in de vele leeftijdsvoordelen voor ouderen die zijn opgenomen in cao’s. Bijvoorbeeld seniorendagen maken hen te duur voor werkgevers.

Althans dat adviseert het Centraal Planbureau (CPB) die een onderzoek heeft gepubliceerd  naar de langdurige werkloosheid. Volgens de rekenmeesters zijn ouderen sneller de dupe op de arbeidsmarkt. De seniorendagen maken ouderen duurder voor werkgever, dus voor een werkgever die kan kiezen tussen die oudere of een jongere, is de keus snel gemaakt.

Veel oudere werklozen hebben naar verwachting weinig aan het economische herstel
dat is ingezet. Om hun weer aan het werk te krijgen zijn fundamentele herzieningen op
de arbeidsmarkt noodzakelijk. De relatief hoge lonen, leeftijdsafhankelijke ontslagvergoedingen en pensioenkosten maken 50-plussers duurder. Ook hebben ouderen vaak allerlei ‘ontziemaatregelen’ in cao’s, die hen extra rechten of minder plichten geven.

Werkgevers zijn hierdoor terughoudend met het in dienst nemen van oudere werklozen. Men zal in Den Haag een ander beleid moeten gaan voeren om hier snel verandering in aan te brengen.

In veel sectoren krijgen werknemers vanaf hun 50ste of 55ste ieder jaar een paar extra vakantiedagen. Zijn deze seniorendagen een vorm van leeftijdsdiscriminatie ? Eigenlijk zou je in het belang van ouderen zelf, helemaal af moeten van elke vorm van leeftijdsdiscriminatie, ouderen zijn tegenwoordig ook veel fitter dan twintig jaar geleden en er hangen veel vooroordelen aan het in dienst nemen van een 50 plus werknemer. De arbeidsmarkt voor de 50 plus werknemers zit op slot !

Versobering of afschaffing van seniorendagen, oneerbiedig ook wel “ouwelullendagen” genoemd, is vaak een knelpunt in veel cao-onderhandelingen. Zo willen werkgevers in de metaal en de bouw fors snijden in het aantal vrije dagen voor ouderen. Door afschaffing van de vut en de verhoging van de pensioenleeftijd blijven steeds meer ouderen langer doorwerken. Is dat een succes ?  Vast staat wel dat als een 50 plusser eenmaal zijn baan kwijt is, de kans op ander werk erg klein wordt.

Er is sprake van een structureel probleem als vier op de tien langdurig werklozen in Nederland ouder zijn dan 50 jaar. In de rest van Europa ligt dat aandeel overigens aanzienlijk lager.

Het planbureau wil niet alleen de seniorendagen aanpakken, maar ook de ontslagvergoeding voor ouderen en de WW-uitkering. Zal dat het probleem oplossen ?
Het zou daarnaast goed zijn om ook eens naar de voordelen te kijken van het in dienst nemen van een 50 plusser en proberen de vooroordelen weg te nemen. Maar daarover meer in mijn volgende blog