Directeur Grootaandeelhouder, hoe zat dat ook al weer ?
Niet iedere ondernemer is ook directeur grootaandeelhouder (DGA)en ook het hebben van een eigen bedrijf wil niet zeggen dat u zichzelf DGA kunt noemen. Sterker nog, er bestaan meerdere definities van het begrip. We leggen het uit.
Er bestaat geen eensluidende definitie van het begrip directeur grootaandeelhouder (DGA). De term wordt in meerdere wetten op een verschillende manier omschreven. Maar ietwat kort door de bocht kunnen we wel stellen dat u DGA bent als:
U de directeur bent van een bv of een nv en u een groot deel van de aandelen van die bv of nv bezit.
Een DGA verschilt daarmee in meerdere opzichten van een eigenaar van een eenmanszaak of een vennoot in een Vennootschap onder firma (VOF). Een bv of een nv is voor de wet namelijk een rechtspersoon en de DGA een natuurlijk persoon. In de praktijk betekent dat, dat een DGA in principe niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de schulden van het bedrijf. Verder hoeft over de winst van een bv of nv geen inkomstenbelasting betaald te worden, maar vennootschapsbelasting. Bovendien kan de nv of nv andere aandeelhouders hebben die niet bij het bedrijf werken.
Een DGA van een bv bekleedt daarmee in feite een dubbelrol. Hij of zij bezit een groot gedeelte van de aandelen en is dus de absolute machthebber binnen het bedrijf. Maar tegelijkertijd is de DGA ook werknemer, ondergeschikt aan de belangen van het bedrijf dus. Een DGA is in feite in dienst bij zichzelf.
Het belangrijkste verschil tussen een directeur van een eenmanszaak en een DGA is de aansprakelijkheid. In principe is de DGA niet persoonlijk aansprakelijk voor schulden van het bedrijf. Banken laten de DGA echter wel vaak privé mee tekenen voor leningen. De DGA is daardoor alsnog persoonlijk aansprakelijk voor het tijdig afbetalen van die leningen. DGA’s zijn bovendien ook persoonlijk aansprakelijk wanneer:
- ze te zware contracten zijn aangegaan en wisten (of konden weten) dat de bv hieraan niet kon voldoen,
- ze de Belastingdienst niet op tijd melden dat ze de belastingen en premies niet kunnen betalen,
- ze de belastingen en premies niet kunnen betalen door onbehoorlijk bestuur in de 3 jaar voor de melding aan de Belastingdienst
- de bv failliet gaat door onbehoorlijk bestuur in de 3 voorgaande jaren. Onbehoorlijk bestuur is bijvoorbeeld het niet deponeren van jaarstukken en het niet bijhouden van een boekhouding of het ongunstig (te goedkoop) vervreemden van activa of bedrijfsmiddelen.
Als een DGA de enige aandeelhouder is, dan is zijn of haar aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag waarmee de DGA deelneemt in de bv of nv..
Er bestaan 4 categorieën DGA’s. Ze worden omschreven in de
“Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder“. Zo zijn er:
- DGA’s die, al dan niet samen met hun echtgenoot, zoveel aandelen bezitten dat ze in de algemene vergadering van de vennootschap tenminste de helft van de stemmen vertegenwoordigen.
- DGA’s die, al dan niet samen met hun echtgenoot, over zoveel aandelen beschikken dat ze nooit ontslagen of geschorst kunnen worden omdat voor schorsing of ontslag een versterkte meerderheid van de stemmen nodig is. De andere aandeelhouders bezitten simpelweg niet genoeg aandelen voor zo’n meerderheid.
- Dga’s die nagenoeg evenveel aandelen hebben als andere aandeelhouders en daardoor allemaal evenveel stemmen kunnen uitbrengen op de algemene vergadering. In dit geval spreekt men van nevengeschikte DGA’s.
- Dga’s die samen met hun bloedverwanten (familieleden) tot en met de derde graad over meer dan tweederde van de aandelen beschikken.
Een DGA ontvangt een normaal salaris. Dat salaris mag bovendien niet lager zijn dan €44.000,- (2014), behalve wanneer de DGA kan aantonen dat een lager salaris gebruikelijk is voor mensen in soortgelijke functies die geen aanmerkelijk belang hebben. Mocht het gebruikelijke salaris van mensen met een soortgelijke functie hoger liggen, dan mag de DGA zichzelf niet minder dan 70% van dat hogere salaris toekennen.
De commissie Van Dijkhuisen heeft bovendien voorgesteld dit percentage te verhogen naar 90 procent. De belastingdienst bepaalt dit minimum jaarlijks en doet dit om te voorkomen dat DGA’s belastingvoordeel kunnen halen door zichzelf een heel laag salaris toe te kennen (dus lage inkomstenbelasting in box 1) en dat te compenseren door middel van een hoge winstuitkering (box 2, lager tarief, zelfs na heffing vennootschapsbelasting).
Ondanks het salaris is een DGA niet op dezelfde manier verzekerd als een normale werknemer. Werknemersverzekeringen als de WW, de WIA en de ZW zien het DGA-schap niet als een dienstbetrekking. Daardoor hoeft de DGA geen premies af te dragen maar kan hij of zij ook geen aanspraak maken op de uitkeringen.
De “Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder” schrijft voor dat de werknemersverzekeringen niet gelden wanneer:
- de DGA op de algemene vergadering van de vennootschap meer dan 50 procent van de stemmen kan uitbrengen,
- de DGA of zijn bloedverwanten tot en met de derde graad samen meer dan tweederde van de aandelen bezitten,
- de DGA niet tegen zijn wil ontslagen kan worden omdat daar een versterkte meerderheid van stemmen voor nodig is die niet behaald kan worden zonder de stemmen van de DGA.
Het UWV is overigens bevoegd om in afwijking van die regels een bestuurder niet als directeur-grootaandeelhouder aan te merken (zodat de verzekeringen wel gelden), indien deze door feiten en omstandigheden aantoont daadwerkelijk ondergeschikt te zijn aan de algemene vergadering van de vennootschap. In de praktijk betekent dat, dat een DGA een minderheidsbelang heeft of ontslagen kan worden.
Voor de Pensioenwet geldt dat een DGA die tenminste 10 procent van de aandelen in zijn bedrijf bezit, zijn eigen bv mag laten optreden als pensioenverzekeraar. De bv reserveert dan dus jaarlijks een bedrag voor het pensioen van de DGA en dat wordt afgetrokken van de winst. Nadeel is dat de winst fluctueert en het bedrag dat voor het pensioen kan worden gereserveerd dus ook. Bovendien valt de pensioenreserve bij een faillissement in de faillissementsboedel en dat betekent dat de DGA niet alleen zijn bedrijf, maar ook zijn opgebouwde pensioen kwijt is. Een iets duurdere, maar veiliger, oplossing is om het pensioen van de DGA, net als voor de werknemers, te verzekeren bij een pensioenverzekeraar. De DGA betaalt dan gewoon een maandelijkse premie. Het opgebouwde pensioen is veilig bij een eventueel faillissement.